woensdag 5 januari 2011

Boulavogue

Het bruine beest aan z'n voeten draait zich behaaglijk op z'n zij. Als je net een blokje om bent geweest door de sneeuwkou is het extra lekker om aan de voeten van je baas bij de openhaard te liggen. De houtblokken knetteren en de week is weer voorbij. Vrijdag avond, de krant, de koffie en het haardvuur, waarin hij de houtblokken wat schikt.

Hij vouwt de krant dubbel zodat het gemakkelijker leest.

De verkeerschaos door de sneeuw, achtergrond informatie bij het gedonderjaag in het kabinet.

Het lezen valt moeilijk want telkens is hij afgeleid door de mist slierten die de pagina aan het zicht onttrekken. In de verte klinkt zachte muziek, een voorzichtige melodie, en tussen de slierten mist wordt het trage landschap onthuld. Zacht glooiende heuvels onder een donker en zwaar betrokken lucht. Vochtig, grijs en somber. Wolken van mist hangen lui over de bergen. Hij komt maar moeizaam vooruit met z'n soppige laarzen. Overal pollen gras en heidestruiken. Plassen water ertussen, en grote varens. Groter dan hij zich kon herinneren ooit gezien te hebben.

De vochtige kou trekt in z'n vermoeide benen en huiverend duikt hij dieper in z'n kraag. Hij hoort z'n eigen gedempte ademhaling, die wolkjes blaast, hijgend van de lange klim de heuvel op.

Een grote zwarte hond, van een ras wat hem bekend voorkomt, loopt voor hem uit. Telkens als hij even stopt om op adem te komen, stopt de hond ook en kijkt om. Een onzichtbare band tussen mens en hond drijft hem voort, al eeuwen lang voor z'n gevoel.

De muziek volgt z'n eigen melodie, die langzaam en onontkoombaar in de verte het tafereel prijsgeeft. Gestalten met fakkels tekenen zich af in een kring, rond een heuvel van los op elkaar gestapelde stenen.

De hond stopt en wacht met de neus omhoog.

Dan verandert de melodie, de hond kijkt om en gaat zitten, alsof hij aangeeft dat het zo ver genoeg is. De gestalten dragen iets of iemand van een groot rotsblok en leggen het in een ondiepe kuil. Terwijl telkens een ander een fakkel vasthoudt rollen ze stenen naar de kuil tot zich een bergje gevormd heeft. Daarna wordt weer even een kring gemaakt.

De muziek, waarvan hij de herkomst nog steeds niet ontdekt heeft, zwelt nog even aan om daarna weg te sterven. De fakkels doven en de gestalten verdwijnen langzaam uit het zicht. Hij blijft alleen achter in de grijze mistige stilte.

Een rilling loopt over z'n rug en hij kijkt naar de hond. Die is gaan liggen en draait zich met z'n rug naar het haardvuur. Hij bukt en wrijft z'n koude stijve benen warm. Terwijl de mist slierten wegtrekken hoort hij de stem van z'n vrouw: 'mooie muziek was dat hè, Boulavogue, dit speelden ze volgens de legenden ook bij de oude keltische stammen als er een begrafenis ritueel was'.

Hij rukt zich los van de mistige belevenis, staat op en legt een paar nieuwe blokken in het vuur.

'Ik weet het', zegt hij hees, en bijna onhoorbaar erachteraan: 'ik was erbij...'



dinsdag 17 augustus 2010

RSI

Heb je weleens RSI gehad? Vast wel, iedereen krijgt tegenwoordig wel ergens RSI van. Het is de gekte ten top, en een ideale smoes als je eigenlijk geen zin hebt om te werken. Laten we eens een eenvoudig voorbeeld nemen.

Een typiste, die door allerlei problemen niet zo goed in d'r vel zit en het typewerk niet meer zo ziet zitten, krijgt dus RSI. Armen, polsen en vingers gaan pijn doen. De werkgever, hij weet ook niet beter, roept de deskundigheid van de arbodienst in. De arbodienst stuurt een adviseur die deel uitmaakt van het complot en een ergonoom inschakelt. De ergonoom betrekt vervolgens een ergo shop, een oefentherapeut en nog meer mensen erbij. Zo is er een heel leger op de been gebracht die het arme kind van de helse pijnen zullen gaan verlossen. Tenminste, dat is de bedoeling, want de werkgever betaalt ervoor. Ieder z'n eigen winkeltje zullen we maar zeggen. De arbo adviseur overlegt met de ergonoom, die na raadpleging van al even deskundige collegae besluit dat er een andere computermuis uit de ergo shop moet komen. Het lijkt heel wat, de juffrouw heeft het gevoel dat haar probleem serieus genomen wordt, de verschillende deskundigen hebben er wat aan verdiend, en na een week of twee blijkt dat het probleem nog niet is opgelost. De hele keten van deskundigen wordt opnieuw ingeschakeld, en nu blijkt dat de pols beter ondersteund moet worden. Dus een polssteun uit de ergo shop erbij geadviseerd. Dat is ook een week leuk, waarna het probleem terug is, omdat de elleboog ten opzichte van de rest vrij in de lucht hangt en ook door een speciaal aangepaste stoelleuning gesteund moet worden. Maar dan, ja u vermoedde het al, blijkt dat het hoofd net niet meer in de ideale positie verkeert als het naar het beeldscherm kijkt, en dat levert pijn in de nek op. Er komt dus een plateau waarop de monitor kan staan, op ideale hoogte afgesteld door de installateur die als extra service geleverd is door de ergo shop. Steeds meer onderdelen van het lichaam van de elegante typiste worden gesteund en gefixeerd, waarbij telkens dat deel wat nog vrij bewegen kan, problemen veroorzaakt. De ellende blijft natuurlijk bestaan tot alles, maar dan letterlijk alles, tot en met de laatste pink en wijsvinger gepositioneerd, gesteund en gefixeerd is. Alleen... dan kun je natuurlijk niet meer werken, maar misschien was dit dus juist het oorspronkelijke probleem, de ideale smoes als je geen zin meer hebt in je werk. Het is ooit gewoon begonnen met op hoogte instelbare werktafels en bijbehorende volledig verstelbare bureaustoelen, waarvoor je bijna een cursus moest volgen om te weten hoe je aan welke knoppen moest draaien om de boel juist in te stellen. Het resultaat is dan dat ze nooit goed staan, maar wel de illusie wekken dat het hardstikke goed moet kunnen zijn.

De oplossing voor het hele RSI probleem is heel simpel; terug naar vroeger. Terug naar een gewone keukenstoel achter een keukentafel. Niks verstelbare flauwekul, niks op wieltjes, gewoon met de poten op een cocosmat, zodat je zelfs je achterwerk moet optillen om de stoel te verzetten. Zo blijf je tussendoor tenminste in beweging. En heb je dan een keertje spierpijn, dan gewoon Haarlemmer olie gebruiken. Iets anders hadden onze oma's en opa's ook niet.


zaterdag 31 juli 2010

Manuscript over bewustzijnsontwikkeling

Een 'blog' is geen echte blog als je niet blogt over je de dingen die je aan de wereld kenbaar wil maken. Vandaar dit stuk...

In maart 2010 heb ik besloten dat voor de zomer mijn manuscript bij een uitgever moest worden aangeboden. Een 'stok-achter-de-deur' om ervoor te zorgen dat ik niet bezig zou blijven met telkens weer toevoegingen en aanpassingen. Aan een manuscript als dit kun je blijven werken...
Na nog enkele weken van hard werken, controleren, typ-fouten eruit halen, heb ik het als een pak papier opgestuurd naar twee uitgeverijen. Begin mei zijn we op vakantie gegaan, voor twee maanden, en in die tijd konden dan de uitgeverijen er naar kijken. Nadat we weer terug van vakantie waren vond ik in de post twee afwijzingen: Het risico vond men te groot, en één uitgever meldde dat het een verhaal van een persoonlijke ontwikkeling leek en dat ze juist met dit soort verhalen heel voorzichtig waren.
In mijn optiek gaat het boek vooral over bewustzijn en de ontwikkeling daarvan. Je ontkomt er niet aan om ook over je eigen ervaringen te schrijven; ik ken maar één bewustzijn, namelijk dat van mezelf. Ik kan natuurlijk niet over het bewustzijn, als een onafhankelijk, overal van losstaand object schrijven. Zo zit deze wereld nou eenmaal niet in elkaar.
Ik had liever een echte reden voor het 'niet-uitgeven' gehoord want dit vond ik nogal gezocht. Natuurlijk, ik heb geen 'naam' als schrijver over deze zaken, maar men had me ook kunnen melden, dat dat het probleem was, dat dit een te groot risico betekende.
Ik heb vervolgens nog nagedacht om het hele verhaal in een andere vorm te gieten. Een vorm waar ik ook al ideeën voor heb ontwikkeld, maar voorlopig blijft het zoals het is.
Discussies met andere schrijvers hebben mij geleerd om niet te snel ontmoedigd te raken, dus voorlopig gaan we door. Ik ben ervan overtuigd dat ik een goed en duidelijk verhaal heb dat iets toevoegt aan de spirituele boeken die er al zijn.

Inmiddels heb ik het manuscript in de vorm van een PDF bestand alweer naar twee andere uitgeverijen gestuurd, samen met een duidelijke begeleidende brief die hopelijk goed uitlegt wat ik ermee wil.



dinsdag 1 september 2009

Waarom God eerst de hond schiep


God schiep eerst de planten, daarna de dieren en tenslotte de mens. De hond werd dus eerder geschapen dan de mens. Dat was niet voor niets natuurlijk, daar was over nagedacht.
De hond moest in alles het voorbeeld worden voor de mens, en hij moest de mens beschermen. Ik moet zeggen dat het in de loop der jaren aardig gelukt is.
Een hond is altijd zichzelf, daar kunnen we een voorbeeld aan nemen. Hij
doet niets om aardiger voor de dag te komen dan hij is, hij gedraagt zich natuurlijk, ongecompliceerd en heeft het schijt aan wat mensen over hem denken. Hij ligt lang uitgestrekt midden op de vloer te snurken alsof er een bulldozer rondrijdt, hij rekt zich onbeschaamd uit en gaat daarna zonder gène, zonder blikken of blozen, middenin een gezelschap gewoon zijn ballen aflikken, alsof hij wil controleren of hij nog steeds een jongetje is. Zonder verder toestemming te vragen valt hij daarna in slaap en rijdt de bulldozer weer rond. Alsof wat er zojuist gebeurde de gewoonste zaak van de wereld is.
Een hond is nooit haatdragend. Als je hem op zijn duvel geeft, terecht of misschien ook wel onterecht, omdat wij als mensen wel eens iets moeten afreageren, zal hij dat weer snel vergeten zijn. Even later komt hij toch weer vrolijk melden dat hij ons beschouwt als zijn baas, de leider van het roedel en dat hij ons aardig vindt.
Een hond staat onbevangen in het leven. Hij denkt niet na over de toekomst, maakt zich geen zorgen daarover. Zijn instelling is: 'Alles komt altijd goed, en alle honden gaan naar de hemel'. En daar heeft hij gelijk in natuurlijk, want alles komt ook altijd goed. Een hond weet dat, alleen wij mensen moeten dat nog leren en daarin is de hond alweer ons grote voorbeeld. De toekomst bestaat voor hem niet, voor ons ook niet, alleen denken wij dat het helpt om ons zorgen te maken over die niet bestaande toekomst. Een hond is het ultieme voorbeeld van 'komt tijd komt raad'.
Hij is afhankelijk van ons voor zijn brokjes, maar heb je ooit gezien dat hij zich daar zorgen over maakte,... of we nog wel genoeg brokken in huis hebben, of dat we er wel op tijd aan denken om hem zijn portie te geven. Nou dan. Hij gaat hoogstens bij zijn bak zitten wachten tot er wat komt. Als je hem uitlaat dan is hij helemaal op zijn gemak. Nooit heeft hij het gevoel: ik moet nu zoveel mogelijk 'doen', want je weet nooit hoe lang het duurt voor ik weer de volgende keer 'kan'.
Een hond weet gewoon de dingen op het moment dat het nodig is om die dingen te weten: Hij weet wanneer de baas thuiskomt en zal dan ervoor zorgen dat hij achter de voordeur ligt om hem te verwelkomen.
Een hond is geen carrièrejager, hij is geen 'streber'. Een hond is al tevreden met een aai over zijn kop, het woordje 'braaf' en een koekje. Meer heeft hij niet nodig om volmaakt gelukkig te zijn.
Als de rangorde bepaald is in het roedel, dan is hij daarmee akkoord en accepteert het volledig. Een hond is blij met zijn baas, dat geeft hem zekerheid.
In het bedrijfsleven zeiden we voor de grap tegen elkaar dat een hond onmisbaar is om een systeem te laten functioneren, en ik ga ervan uit dat het in het gewone leven echt zo is. Om een systeem goed te laten functioneren heb je alleen een mens en een hond nodig. De mens zorgt voor het eten van de hond en de hond zorgt er op zijn beurt voor dat diezelfde mens met zijn vingers van de knoppen afblijft en het hele proces niet verstoort.

En daarom schiep God eerst de hond en pas daarna de mens.