vrijdag 30 januari 2009

De poes

Je voelt jezelf een beetje God. Jij bepaalt wanneer de poes dood zal gaan. De enige vrijheid die voor het beestje nog overblijft is om zelf eerder te overlijden. Bijvoorbeeld door onder een auto te komen of zo.
Eng, het confronteert je met het absolute. Het einde, de doodlopende straat. Je kunt nergens naartoe, alleen maar vooruit, naar het einde.
Wij denken er zo over na, de poes niet. Aan de poes is niet veel te merken. Ze heeft in de gaten dat er dingen zijn die anders zijn dan normaal.
Ze was een heel bijzonder poesje, praktisch helemaal wit en kleine pluimpjes aan de oortjes. Whoopy was gered uit een nestje wilde katten en leek op een lynx. Nooit agressief, altijd lief en voorzichtig. Als de kinderen met een grote Golden Retriever kwamen zat ze rustig het bezoek te bekijken. Zij en de hond waren dan beste maatjes. Als we een paar dagen op vakantie geweest waren en de buurvrouw had voor haar eten gezorgd, dan zat ze midden op het straatje te wachten als we 'savonds weer thuis kwamen. Als ik op de bank lag dan zocht ze een plaatsje in de holte van mijn opgetrokken knieƫn. Whoopy was ook de eerste poes die naar haar naam luisterde, je kon haar roepen en dan kwam ze.
Nu is het kleine witte poesje oud en versleten en heeft ze aan het kopje bebloede plekken door de huidkanker.
Ze wordt meegenomen in een transportkooi en zit dan bij je in de wachtkamer van de dierenarts. Daar ruikt het waarschijnlijk ook naar andere dieren, en dat is er de oorzaak van dat ze een beetje onrustig is. Als dan tenslotte de vorige klant met een patient weer opgestapt is, zijn wij aan de beurt.
We gaan samen de behandelkamer binnen en zetten de transportkooi op de tafel. Whoopie mag eruit en kijkt wat argwanend rond. Ze weet niet wat er gaat gebeuren, wij wel. Na even praten pakt de dokter een grote spuit, zet er een scherpe dunne naald op, en zuigt hem vol met de verdovingsvloeistof. De poes zit op tafel, kijkt nieuwsgierig rond en is niet zo op haar gemak.
Als de dokter haar langzaam de injectie geeft reageert ze niet. De naald is blijkbaar zo scherp dat ze niets voelt. Maar na een minuutje begint ze duidelijk slaap te krijgen en zakt het kopje naar beneden. Zo aandoenlijk sliep ze thuis ook weleens, de kop voorover gezakt, en dan steunend met het neusje op de grond. De slaap wordt nu al snel veel dieper, en het kopje zakt scheef weg. In haar flanken zie ik het hartje onregelmatige kloppen, maar dat wordt nu snel minder en steeds oppervlakkiger. Ik voel hoe de hartslag helemaal verdwijnt. De oogjes dicht, het kopje scheef op tafel, en de staart roerloos.
Whoopie is dood nu, ik voel hoe ik voor God gespeeld heb, en die verantwoordelijkheid helemaal niet wil.

1 opmerking:

  1. Zo gaat het inderdaad, de door ons en de dierenarts genomen beslissing wordt uitgevoerd. Al is het erg pijnlijk als het verdict valt, en al heb ik menige keer bittere tranen gehuild, toch spreek ik altijd over het "dierenrijk" en het "mensdom". Zij hoeven niet te lijden tot de laatste druppel... Je verhaal over Whoopie is schitterend beschreven, net zoals het gebeurt, zoals het verloopt. Zelf heb ik nooit het gevoel gehad verantwoordelijk te zijn geweest, eerder dat ik hen uit hun ongeneeslijk lijden mee heb kunnen verlossen.

    BeantwoordenVerwijderen