vrijdag 30 januari 2009

Een wens doen

Zwijgend tuurde Barran door de vast opgestelde doelzoeker. Nog steeds op koers, concludeerde hij, en onwillekeurig gingen z’n gedachten weer naar het afscheid. Lang geleden waren ze gelanceerd, als een wolk van honderden schepen, ieder voorzien van een grote kolonie. Zijn kolonie deed het goed, geen problemen onderweg en niet meer dan het gemiddelde aantal sterfgevallen. De eieren waren goed opgeborgen in de grotten en de werksters hadden het druk met het controleren van de systemen. Gedurende de reis was er geen contact met de andere kolonies, het was te duur en nutteloos. Je kon elkaar toch niet helpen in geval van nood. De koers lag vast en kon niet meer gewijzigd worden. In de inktzwarte nacht, met prikkend scherpe sterrepuntjes waren ze niet te zien, maar hij wist dat de andere schepen overal om hem heen waren.
Hij voelde zich een pionier, hoewel ze niet de eersten waren. Aan de hand van metingen van de elektromagnetische signalen, die nog steeds van de planeet kwamen, hadden de oudsten geconcludeerd dat de eerste groep niet succesvol geweest was. Een nieuw project werd daarom gestart wat uitmondde in deze reis.
Er was lange tijd veel werk in de steengroeven, waar de nieuwe schepen gebouwd werden. Het moeizaam hakken van de grotten was heel tijdrovend, tegelijk werd nageslacht aangelegd om de schepen te bevolken.
Eindeloze berekeningen werden gemaakt om de lanceerparameters zo nauwkeurig mogelijk te bepalen: als de reis eenmaal begonnen was kon er niets meer gecorrigeerd worden. En nauwkeurigheid was van het grootste belang; er was maar één juiste hoek en naderingssnelheid. Alle andere mogelijkheden leidden tot een catastrofe.
Ze zouden de planeet voorbij vliegen, en tot in eeuwigheid hun baan vervolgen, of ze zouden door de wrijving verbranden in de atmosfeer van de planeet. Hij kreeg rillingen bij de gedachte aan de risico’s die ze liepen.
Ik moet me niet zo laten gaan, dacht hij, de oudsten zouden heus wel goed gerekend hebben voordat zo’n duur project werd opgestart. En bovendien, de lancering ging weliswaar gepaard met een enorme dreun, maar was wel geslaagd, de hele wolk schepen zat precies op koers. Met deze gedachte draaide hij zich om, en ging op weg naar de grote vergader grotten.

Op Jupiter hikte de Rode Vlek. De eeuwige storm slokte een plasma bel op, comprimeerde die nog verder en startte daarmee een kernfusie proces. Geen menselijke ogen in de buurt om het kosmische onweer te bewonderen, een zwaartekracht impuls breidde zich uit in de ruimte.

Barran wendde zijn ogen weer af van de sterren, onder hem het rotsoppervlak waar hij zich met zijn zes poten goed op vasthield, boven hem de ruimte met de harde straling waar z’n pantser hem goed tegen beschermde.
In de grootste grot waar de bijeenkomsten altijd plaatsvonden had hij de groepsleiders bijeen geroepen. De instructies werden nogeens doorgenomen, alles moest duidelijk zijn. Het was van het grootste belang dat na de landing de groep zich zo snel mogelijk verspreidde en met het werk begon. De oorspronkelijke bewoners zouden tot slaven gereduceerd worden, want zijzelf waren volgens de legenden van de oudsten immers voorbestemd om alle rassen in de ruimte te overheersen.
Na de bijeenkomst haastte iedereen zich naar z’n post, de landing zou nu snel plaatsvinden. Barran maakte aanstalten om naar z’n uitkijk post te gaan.

De zwaartekracht puls van het natuurgeweld op Jupiter trok als een huivering door de wolk van Barran en wijzigde de zo nauwkeurig bepaalde koers een beetje.

Een lichte siddering ging door hem heen en hij zou gezworen hebben dat het schip trilde. Hij vermandde zich, hij was natuurlijk alleen maar gespannen; nu zou het gaan gebeuren.
Inmiddels hing de planeet als een grote bol voor de wolk schepen. Een deel blauw met witte wolkenslierten, een ander deel, waar ze opaf vlogen, donker. Barran nam plaats in de uitkijkpost. Niet dat het er iets toe deed, hij kon toch geen invloed uitoefenen op de baan, maar hij hield er nou eenmaal van om te zien waar ze naartoe gingen.
Door de afremmingskrachten in de dunne atmosfeer ontstonden trillingen in het schip en hij zette zich schrap. Tegen de nachtzwarte hemel kon hij nu ook de andere schepen zien, nu ze door de wrijving met de atmosfeer oplichtten.
Plotseling verdween de één na de ander in een felle lichtflits. De schrik sloeg hem om het hart, ontzetting, alles voor niets ? Was de baan dan toch verkeerd .. .. ..
De laatste gedachte werd hem ontnomen.
‘Kijk papa, vallende sterren,’zei Kyle tegen zijn vader. ‘Ja, dat zijn de Perseïden, stukken rots en kleinere stenen die in de bovenste luchtlagen door de wrijving verbranden, nu mag je een wens doen......’

1 opmerking:

  1. Wat een verrassende wending aan het einde...
    Dit kun je inderdaad uitbouwen...

    BeantwoordenVerwijderen